Glossary entry (derived from question below)
Dutch term or phrase:
poeiwee
English translation:
'poeiwee' (...); see answer for descriptive translation
Added to glossary by
Barend van Zadelhoff
Jul 3, 2015 13:53
8 yrs ago
1 viewer *
Dutch term
poeiwee
Dutch to English
Social Sciences
Architecture
more obscure Flemish; something that was used to bear an inscription?
Proposed translations
(English)
3 +1 | 'poeiwee' (...) | Barend van Zadelhoff |
Change log
Jul 7, 2015 21:06: Barend van Zadelhoff Created KOG entry
Proposed translations
+1
22 hrs
Selected
'poeiwee' (...)
I don't think you will find an English equivalent.
So I would suggest:
De oudste datum op de poeiwee verwijst naar het midden van de 16de eeuw.
The oldest date on the 'poeiwee' (a low partition between the part of the barn where the sheaves were stacked and the threshing floor) refers to/indicates mid-16th century.
See reference material:
We hebben dus een ruimte in de schuur waar de schoven werden opgestapeld (de tasruimte). Voor die stapel schoven staat een afscheiding (meestal 1 meter hoog): de poeiwee, het tasmuurtje.
Die afscheiding scheidt de stapel met schoven van de dorsvloer.
Op die afscheiding werden dingen geschreven, door dorsers, die na lang en hard werken iets op de poeiwee schreven: 'wie schrijft die blijft'. :-)
Met schalaaj werd de tasruimte, bergruimte in een schuur aangeduid.
Die tasruimte werd van de dorsvloer (den êren) gescheiden door het tasmuurtje.
http://www.zevenneten.be/cultuur/dialect/index.php?page=52
So I would suggest:
De oudste datum op de poeiwee verwijst naar het midden van de 16de eeuw.
The oldest date on the 'poeiwee' (a low partition between the part of the barn where the sheaves were stacked and the threshing floor) refers to/indicates mid-16th century.
See reference material:
We hebben dus een ruimte in de schuur waar de schoven werden opgestapeld (de tasruimte). Voor die stapel schoven staat een afscheiding (meestal 1 meter hoog): de poeiwee, het tasmuurtje.
Die afscheiding scheidt de stapel met schoven van de dorsvloer.
Op die afscheiding werden dingen geschreven, door dorsers, die na lang en hard werken iets op de poeiwee schreven: 'wie schrijft die blijft'. :-)
Met schalaaj werd de tasruimte, bergruimte in een schuur aangeduid.
Die tasruimte werd van de dorsvloer (den êren) gescheiden door het tasmuurtje.
http://www.zevenneten.be/cultuur/dialect/index.php?page=52
Peer comment(s):
agree |
Kitty Brussaard
: Lijkt me een prima oplossing in dit geval
1 day 2 hrs
|
Dank je, Kitty.
|
4 KudoZ points awarded for this answer.
Comment: "you are probably right, this is a term that needs quoting and explaining in both languages..."
Reference comments
31 mins
Reference:
??
De doorrit bevindt zich aan de oostzijde naast de paardenstallen. Hooggeladen wagens konden in de doorrit worden uitgeladen. De oogst werd in de tas opgestapeld. Haaks ten opzichte van de inrit is een poort die naar de zuidzijde leidt, waar de dorsvloer ligt. Op de "poeiwee" en op de stijlen waartegen ze is gespijkerd, staan verschillende inscripties uit de 18de en de 19de eeuw met namen van dorsers. De oudste dateert van 1735. De koestal bevindt zich in de west- en noordzijde. Naast de koestal, tegen de noordzijde, is er een overwelfde kelder.
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/58118
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/58118
2 hrs
Reference:
Threshold
Which referred to a board in a doorway, to keep the grain in, so not quite what you're looking for, I think. On the second pages there is reference to 'mows' and 'cribs', where the straw was stored after threshing.
1 hr
Reference:
Woordenboek der Nederlandsche Taal :-)
Puiweeg; daarnaast vaker plooiweeg, poeweeg, poeiweeg, pooweeg, pooiweeg, pooiwee, in W.-Vl:
wand van planken of van teenen vlechtsel, soms ook een steenen muurtje, dienende tot afschutting tusschen den dorschvloer en de plaats waar het graan ligt (de ”tas”). In het Antwerpsche pui, in Brab. dennewand of dennenweeg geheeten.
SCHUERM., Bijv. [1883].
Derschen dat het graan tegen de pooiweegen spat, DE BO [1873].
Als de schure uitgedorschen is, is het nog somtijds 't gebruik op de poeiwee te kloppen met de vleger, Aant. v. GEZELLE. V. KEIRSBILCK, Timm. [1898].
V. KEIRSBILCK, Mets.
http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M0566...
--------------------------------------------------
Note added at 8 hrs (2015-07-03 22:46:33 GMT)
--------------------------------------------------
synoniem voor poeiwee - plooiweeg (zie boven)
plooiwee: tasmuurtje, d.i. het muurtje in de boerenschuur tussen de dorsvloer en de bergruimte voor ongedorste schoven (het zogenaamde 'vlek', zie dat woord)
schuurvlek: bergruimte voor ongedorste schoven in de schuur. Wordt ook kortweg 'vlek' genoemd
tas: hoop ongedorste graanschoven die opgestapeld ligt in het 'schuurvlek'.
http://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Klemskerks
Tasmuurtje
Als de lading eenmaal goed opgespannen is, dan wordt de wagen door paarden naar het erf getrokken. De graanschoven worden meestal in de schuur (sjeure) opgeslagen, in een aparte bergruimte die de schuur- of schurewinkel (sjeur(e)wiengkel) of (schuur)tas ((sjeur)-tas/-tes) wordt genoemd. Winkel heeft hier niet de betekenis die we nu vooral kennen, maar betekent ‘hoek’; het is dus de hoek, de ruimte in de schuur waar graan gestapeld wordt (WNT sub winkel). De oudere betekenis ‘hoek’ vinden we ook nog in het woord winkelhaak bijvoorbeeld. Het substantief tas betekende oorspronkelijk ‘hoop, stapel’ en verwees dus naar de stapel schoven die op die plaats werd opgeslagen (zie verder). Het woord heeft een betekenisverruiming ondergaan, waarbij het uiteindelijk ook op de bergplaats van die stapels is gaan slaan.
Naast die aparte bergruimte in de schuur bevindt zich meestal de dorsvloer of schurevloer (sjeurevloër), die gemaakt is van aangestampte klei of leem, vermengd met runderbloed, asse, koedrek, enz. Op die vloer wordt in de winter het graan gedorst. Tasruimte en dorsvloer zijn van elkaar gescheiden door een muur, de poeiweeg (poejweeë/-wei/-weech) genoemd in Frans-Vlaanderen, die ongeveer een meter hoog was. Magda heeft samen met haar collega Jacques Van Keymeulen uitgebreid over het tasmuurtje geschreven in het huldealbum ter gelegenheid van de 65ste verjaardag van de bekende dialectoloog Jan Goossens (Devos en Van Keymeulen 1995). Ze heeft zich hiervoor gebaseerd op gegevens die terug te vinden zijn in de WVD-aflevering over Behuizing (Devos, Ryckeboer en Van Keymeulen 1985).
Op de bovenstaande kaart is duidelijk te zien dat de benaming poeiweeg niet typisch is voor Frans-Vlaanderen, maar ook voorkomt in West-Vlaanderen, naast verwante of afgeleide benamingen als pooiweeg, paai, pei en pui. Het eerste lid van de samenstelling, namelijk poei, is een afleiding van het Oudfranse substantief pui(e), poi(e), met als betekenis ‘verhoging, borstwering’, dat afgeleid is van het Latijnse podium. Die Oudfranse vocaal van poie heeft zich in het Nederlands op verschillende manieren aangepast aan de gangbare uitspraak; voor meer informatie hierover verwijzen we naar het artikel van Magda. Het tweede lid van de samenstelling, namelijk weeg, is afgeleid van een Indogermaanse basis die ‘winden, vlechten’ betekent. Het tasmuurtje is dus oorspronkelijk als het ware een ‘borstwering’ van vlechtwerk, die met leem is bepleisterd.
http://www.wvd.ugent.be/file/28
wand van planken of van teenen vlechtsel, soms ook een steenen muurtje, dienende tot afschutting tusschen den dorschvloer en de plaats waar het graan ligt (de ”tas”). In het Antwerpsche pui, in Brab. dennewand of dennenweeg geheeten.
SCHUERM., Bijv. [1883].
Derschen dat het graan tegen de pooiweegen spat, DE BO [1873].
Als de schure uitgedorschen is, is het nog somtijds 't gebruik op de poeiwee te kloppen met de vleger, Aant. v. GEZELLE. V. KEIRSBILCK, Timm. [1898].
V. KEIRSBILCK, Mets.
http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M0566...
--------------------------------------------------
Note added at 8 hrs (2015-07-03 22:46:33 GMT)
--------------------------------------------------
synoniem voor poeiwee - plooiweeg (zie boven)
plooiwee: tasmuurtje, d.i. het muurtje in de boerenschuur tussen de dorsvloer en de bergruimte voor ongedorste schoven (het zogenaamde 'vlek', zie dat woord)
schuurvlek: bergruimte voor ongedorste schoven in de schuur. Wordt ook kortweg 'vlek' genoemd
tas: hoop ongedorste graanschoven die opgestapeld ligt in het 'schuurvlek'.
http://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Klemskerks
Tasmuurtje
Als de lading eenmaal goed opgespannen is, dan wordt de wagen door paarden naar het erf getrokken. De graanschoven worden meestal in de schuur (sjeure) opgeslagen, in een aparte bergruimte die de schuur- of schurewinkel (sjeur(e)wiengkel) of (schuur)tas ((sjeur)-tas/-tes) wordt genoemd. Winkel heeft hier niet de betekenis die we nu vooral kennen, maar betekent ‘hoek’; het is dus de hoek, de ruimte in de schuur waar graan gestapeld wordt (WNT sub winkel). De oudere betekenis ‘hoek’ vinden we ook nog in het woord winkelhaak bijvoorbeeld. Het substantief tas betekende oorspronkelijk ‘hoop, stapel’ en verwees dus naar de stapel schoven die op die plaats werd opgeslagen (zie verder). Het woord heeft een betekenisverruiming ondergaan, waarbij het uiteindelijk ook op de bergplaats van die stapels is gaan slaan.
Naast die aparte bergruimte in de schuur bevindt zich meestal de dorsvloer of schurevloer (sjeurevloër), die gemaakt is van aangestampte klei of leem, vermengd met runderbloed, asse, koedrek, enz. Op die vloer wordt in de winter het graan gedorst. Tasruimte en dorsvloer zijn van elkaar gescheiden door een muur, de poeiweeg (poejweeë/-wei/-weech) genoemd in Frans-Vlaanderen, die ongeveer een meter hoog was. Magda heeft samen met haar collega Jacques Van Keymeulen uitgebreid over het tasmuurtje geschreven in het huldealbum ter gelegenheid van de 65ste verjaardag van de bekende dialectoloog Jan Goossens (Devos en Van Keymeulen 1995). Ze heeft zich hiervoor gebaseerd op gegevens die terug te vinden zijn in de WVD-aflevering over Behuizing (Devos, Ryckeboer en Van Keymeulen 1985).
Op de bovenstaande kaart is duidelijk te zien dat de benaming poeiweeg niet typisch is voor Frans-Vlaanderen, maar ook voorkomt in West-Vlaanderen, naast verwante of afgeleide benamingen als pooiweeg, paai, pei en pui. Het eerste lid van de samenstelling, namelijk poei, is een afleiding van het Oudfranse substantief pui(e), poi(e), met als betekenis ‘verhoging, borstwering’, dat afgeleid is van het Latijnse podium. Die Oudfranse vocaal van poie heeft zich in het Nederlands op verschillende manieren aangepast aan de gangbare uitspraak; voor meer informatie hierover verwijzen we naar het artikel van Magda. Het tweede lid van de samenstelling, namelijk weeg, is afgeleid van een Indogermaanse basis die ‘winden, vlechten’ betekent. Het tasmuurtje is dus oorspronkelijk als het ware een ‘borstwering’ van vlechtwerk, die met leem is bepleisterd.
http://www.wvd.ugent.be/file/28
Peer comments on this reference comment:
agree |
Kitty Brussaard
: Goede referenties
1 day 23 hrs
|
Dank je, Kitty. Leuke materie.
|
Discussion
De oogst werd in de tas opgestapeld. Haaks ten opzichte van de inrit is een poort die naar de zuidzijde leidt, waar de dorsvloer ligt. Op de "poeiwee" en op de stijlen waartegen ze is gespijkerd, staan verschillende inscripties uit de 18de en de 19de eeuw met namen van dorsers. De oudste dateert van 1735.
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/58118
Eventueel ook een letterlijke weergave van je tekst?